Dinsdagavond 12 april presenteren de door VVD, CDA en LAS aangestelde informateurs Vos en De Graaf hun bevindingen aan de gemeenteraad.

Eerder hebben de informateurs een-op-een gesprekken gevoerd met alle fracties. Het gesprek met Almelo Centraal was op vrijdag 1 april. Almelo Centraal bracht onder andere naar voren dat het verstandig zou zijn als de partijen van de vorige coalitie (CDA, LAS en VVD) – mochten zij per se in coalitie met elkaar verder – daarbij ook PvdA en D66 zullen uitnodigen. PvdA en D66 zijn tenslotte de grootste winnaars van de verkiezingen, VVD/LAS/CDA hebben zetels verloren. Ook pleitten we voor (meer) vrouwen in de bestuurlijke top en hebben we met de beide informateurs stevig van gedachten gewisseld de Almelose bestuurscultuur.

Bij de uitnodiging voor het gesprek gaven de informateurs deze vier vragen mee:

  1. Welke mogelijkheden ziet u voor een breed en stabiel college dat kan rekenen op een meerderheid?
  2. Wat zijn voor u de drie belangrijkste inhoudelijke opgaven voor de stad en haar bestuur?
  3. 3. Hoe kijkt u aan tegen de bestuurscultuur in Almelo?
  4. Hoe kijkt u aan tegen de samenwerking in de raad, met het college, met de inwoners van Almelo en met de omgeving (Twente)?

 Hieronder vind je onze reactie op schrift. Wij hebben deze tekst ook aan de informateurs meegegeven.

Reactie Almelo Centraal op vragen informateurs

1. Welke mogelijkheden ziet u voor een breed en stabiel college dat kan rekenen op een meerderheid?

De kiezer heeft gesproken. De collegepartijen hebben zetels verloren. Daarnaast zijn er duidelijke winnaars: PvdA en D66 zijn van twee naar drie zetels gegaan (en overigens heeft ook Almelo Centraal een ruime winst geboekt). Mochten CDA, LAS en VVD (tezamen nu 15 zetels) elkaar per se willen vasthouden, dan zullen ze daarbij ook een of meer winnende partijen moeten toelaten. Toevallig zijn dit ook partijen met een socialer gezicht, die het bestuur in ideologische zin meer naar het midden zullen trekken. Voor de politieke balans in Almelo zou dit een goede zaak zijn.

Gezien de Almelose bestuurscultuur kan het ook overigens heel zinvol zijn om met een minderheidscollege te werken dat steeds op inhoud naar meerderheden moet zoeken. Almelo heeft een lange traditie van regentesk en monistisch besturen, van bestuurlijke arrogantie en een vleugellamme raad. Dit soort zaken komen het draagvlak en het vertrouwen in de samenleving niet ten goede.

2. Wat zijn voor u de drie belangrijkste inhoudelijke opgaven voor de stad en haar bestuur?

Het ligt wellicht voor de hand om hier grote beleidsthema’s als wonen te noemen. Dit soort grote thema’s zijn wel op te sommen, in een rijtje van drie of langer.

Belangrijker voor Almelo is dat, bij welk thema ook, inhoudelijk op een diepere manier wordt gekeken. Het uiteindelijke thema is: wat voor bestuur, wat gemeente, wat voor stad, wat voor samenleving willen wij zijn – nu en voor de toekomst?

Voor het Almelose bestuur betekent dit een omslag in denken, een omslag in houding: we moeten weg van het kortetermijndenken, van de kortzichtige kortetermijninvesteringen en het (politiek) scoren met ‘gemakkelijke’ oplossingen. Weg van de kille rekensommen en de obsessie met het jaarlijkse huishoudboekje.

Er moet meer aandacht zijn voor de meer immateriële waarden die bijdragen aan kwaliteit van leven, gemeenschapszin en welbevinden – zaken die in eerste instantie misschien niet direct financieel rendement opleveren (je zult moeten investeren in plaats van bezuinigen) maar zich uiteindelijk zeker uitbetalen in maatschappelijk rendement, meer gezondheid, een beter leefklimaat en een prettigere woonstad.

Dit vertaalt zich naar alle terreinen en naar alle beleidsvraagstukken: bijvoorbeeld naar een woon- en woningbouwbeleid met een duurzame visie, ook in combinatie met zorg, waarbij bovendien wél aandacht is voor wensen en initiatieven van (groepen) inwoners. Naar een jeugd-, zorg- en welzijnsbeleid waar wel voldoende aandacht en ruimte is voor individueel welbevinden en toegankelijheid. Naar, in het algemeen, een sociaal beleid waarin mensen niet worden gestigmatiseerd of gestraft voor hun (zogenaamde?) tekortkomingen.

Denk bijvoorbeeld ook aan meer en betere (laagdrempelige) culturele voorzieningen. De gemeente Almelo heeft zich de afgelopen jaren haast ontpopt als een vijand van cultuur: bezuiniging op bezuining, tegenwerking op tegenwerking. Dat de € 1,4 miljoen coronasteun voor de culturele sector die de gemeente heeft ontvangen van de rijksoverheid gretig wordt overgeheveld naar de algemene reserve is hier een treffend voorbeeld van. Deze € 1,4 miljoen zou alsnog (in z’n geheel) moeten worden aangegrepen voor waardevolle investeringen in cultuur en het stimuleren van kleinschalige initiatieven die bijdragen aan het weefsel van de stad.

Meer in het algemeen gaat het ook om het toewerken naar een volhoudbare samenleving in tijden van klimaatverandering en de opdracht – van de EU en van de rijksoverheid – om toe te werken naar een circulaire economie. Goed naar deze vraagstukken kijken, verandert bijvoorbeeld de kijk op wat je wilt met de uitbreiding van bedrijventerreinen en nieuwe gronduitgiften.

Een korter antwoord op de vraag:

Het ontbreekt Almelo momenteel in inhoudelijke zin aan (toekomst)visie, samenhang, draagvlak en een menselijke blik. Als dit niet wordt opgelost zal de invulling van concrete beleidsvragen hier ook onder lijden.

3. Hoe kijkt u aan tegen de bestuurscultuur in Almelo?

De staat van de Almelose bestuurscultuur is al jaren uitermate zorgelijk en lijkt helaas alleen maar slechter te worden.

De laatste jaren is daar bovendien een naar soort machocultuur bijgekomen die zich ook vertaalt in  aanhoudende, serieuze signalen over een angstcultuur in de ambtelijke organisatie.

Er is een ruziecultuur ontstaan zowel binnen de gemeenteraad als tussen raad en college en van het college naar onze partners daarbuiten (buurgemeenten, gemeenschappelijke voorzieningen).

In het bestuurlijke proces ontbreekt het aan dualisme. Er is sprake van een onaanvaardbare, ongelijke informatiepositie van college- ten opzichte van oppositiepartijen (de informatievoorziening aan collegepartijen is eerder en uitgebreider).

Besluitvorming vindt te weinig ín de raad en mét de raad plaats.

Er is gebrek aan gedegen ondersteuning van de raad (uitholling van de griffie, verbod op contact tussen raadsleden en ambtenaren).

Er moeten (meer) vrouwen in de bestuurlijke top.

4. Hoe kijkt u aan tegen de samenwerking in de raad, met het college, met de inwoners van Almelo en met de omgeving (Twente)?

Er is in ieder geval enorm veel ruimte voor verbetering! Laten we dit vooral positief proberen op te pakken.

In de antwoorden op de bovenstaande vragen staan al talrijke verbeterpunten.

Wat nodig is: geen dichtgetimmerd coalitieakkoord maar een programma dat ruimte laat voor discussie en gezamenlijke invulling (door/met de raad én met inwoners), open staan voor initiatieven van (groepen) inwoners, open en tijdige informatievoorziening naar raad en inwoners, transparante besluitvorming, etcetera.

Streven naar gezamenlijkheid en krachtenbundeling op een toekomstgerichte manier, weg van het kortetermijndenken in puur financieel rendement.