Hoe, in vredesnaam, past een carrièreswitch van wethouder naar bijna hoogste ambtenaar in het verbeteren van de bestuurscultuur in Almelo?
De benoeming per 1 april jl. tot een-na-hoogste ambtenaar van de voormalig wethouder Financiën (allebei in Almelo!) heeft voor veel gefronste wenkbrauwen gezorgd in de stad. En voor meer dan dat.
Ons bereiken nog steeds berichten van inwoners die de benoeming vreemd vinden of zelfs afkeuren.
Ook wijzelf zitten nog steeds met vraagtekens.
De gemeenteraad gaat niet over ambtelijke benoemingen, maar wél over bestuurscultuur. In het kader daarvan hebben wij nu schriftelijke vragen gesteld aan het college.
Ze gaan onder andere over het organiseren van de zo noodzakelijke tegenspraak. Ook benoemen we het feit dat de nieuwe adjunct-directeur nu ambtelijk verantwoordelijk wordt voor een deel van de portefeuille waarvoor hij tot voor kort politiek verantwoordelijk was.
Hoe past deze benoeming in de zo gewenste verbetering van de bestuurscultuur? Bestuurscultuur is nota bene een van de belangrijkste thema’s waarover de informateurs (namens de oude en de beoogde nieuwe collegepartijen) met de nieuwe gemeenteraad in gesprek is geweest.
Wij zijn erg benieuwd hoe het college van B&W aankijkt tegen deze zaken.
De volledige tekst met de schriftelijke vragen vind je hieronder:
Geacht college,
De benoeming per 1 april jl. van de heer Alex Langius, tot voor kort wethouder Financiën, Vastgoed, Grondbedrijf e.a , tot adjunct-directeur Programma’s en stadsontwikkeling heeft bij inwoners van Almelo de nodige verbazing gewekt. De overgang van wethouderschap naar een baan als een-na-hoogste ambtenaar bij dezelfde gemeente zou, zo valt te beluisteren, de schijn wekken van vriendjespolitiek.
Wij realiseren ons dat de gemeenteraad niet gaat over ambtelijke benoemingen. De gemeenteraad gaat echter wél over de bestuurscultuur in Almelo. Bestuurscultuur was zelfs een van de belangrijkste thema’s waarmee de (door de politieke partijen van uw college aangestelde) informateurs op pad zijn gegaan.
In het kader van het thema bestuurscultuur hebben wij de volgende vragen aan het college. De vragen gaan nadrukkelijk niet over de persoon van de heer Langius, maar over het feit van de benoeming en de opeenvolging van functies.
1. Kunt u zich voorstellen dat de benoeming onder inwoners van Almelo de nodige verbazing heeft gewekt en bij hen kennelijk de schijn van vriendjespolitiek oproept? Kunt u uw antwoord toelichten?
2. Voor een gezonde bestuurscultuur is het belangrijk dat er voldoende gelegenheid wordt geboden én gevoeld voor tegenspraak. In Almelo lijkt op dit punt al langere tijd een probleem te zijn.
a. Hoe past het aanstellen van een voormalig wethouder als adjunct-directeur in het veiliger maken c.q. het verbeteren van de ervaren veiligheid van het werkklimaat voor het ambtelijk apparaat en het vergroten van de (ervaren) ruimte voor tegenspraak?
b. Vindt u het hierbij geen (extra) obstakel dat de nieuwe adjunct voor een deel dezelfde portefeuilles krijgt waarvoor hij tot voor kort politiek verantwoordelijk was?
c. De nieuwe adjunct-directeur wordt ambtelijk adviseur van hoogstwaarschijnlijk meerdere personen met wie hij tot voor kort zelf het college van B&W vormde. Dit lijkt niet automatisch bevorderlijk voor de mate van tegenspraak die de nieuwe adjunct zal bieden aan het college. Begrijpt u deze redenering? Wat is uw eigen kijk op deze kwestie?
3. In het door de gemeente gepubliceerde nieuws- en persbericht spreekt de burgemeester van ‘een niet heel gebruikelijke […] stap’. Betekent dit dat hij zelf ongemak had bij deze aanstelling? Kunt u uitleggen wat de burgemeester met zijn uitspraak bedoelde?
4. De aanstelling van de voormalig wethouder zou volgens het bericht van de gemeente het sluitstuk zijn van een lange, tot dan toe vergeefse zoektocht naar een geschikte kandidaat. Hoe verklaart u dat het – Nederland is tenslotte een land van zeer vele managers – zo moeilijk was om deze Almelose vacature te vervullen.
Met vriendelijke groet,
namens de fractie van Almelo Centraal,
Israa Abdullatif
Recente reacties