Ik heb me gekandideerd omdat ik als burger wil bijdragen aan een goed openbaar bestuur. Ik wil mede de waarden en ideeën uitdragen die, naar mijn overtuiging, goed zijn voor onze stad. Vanwege mijn werk als officier van justitie kan ik beter niet zelf zitting nemen in de gemeenteraad. Daarom ben ik lijstduwer. Met volle overtuiging.

Ik heb een groot geloof in medemenselijkheid. In dat we een beetje op elkaar letten – in de goede zin van het woord. Dat je zonder dubbele agenda iets goeds doet voor een ander, iemand helpt. Als je dat laat zien, nemen anderen het over, en daarna anderen weer van hen, enzovoort.
Als politiek, als bestuur, moet je die houding vóórleven. Dat betekent ook dat je betrouwbaar moet zijn. Dat vind ik heel erg terug bij Almelo Centraal, bij wat Almelo Centraal eerder in de gemeenteraad heeft gedaan. Almelo Centraal is zich zeer bewust van haar controlefunctie en is daar ook consciëntieus en vasthoudend in, maar wel op een positieve, opbouwende manier. Om er met elkaar beter van te worden. Dat vind ik belangrijk.

Een grote wens van mij is verder een sterkere culturele sector. We hebben in Almelo best wat om trots op te zijn: een van de mooiste bibliotheken van Nederland, Hof88 met z’n mooie aanbod, Paco Plumtrek met z’n bijzondere uitstraling. Maar er kan méér in Almelo, het aanbod kan breder, steviger. Het zou goed zijn voor Almelo als we daar in investeren. Voor mij persoonlijk, als filmliefhebber, hoort ook een volwaardiger filmhuis dan ook op het lijstje.